De belastingcapaciteit geeft weer hoe de lokale lastendruk in de gemeente Utrecht zich verhoudt tot het landelijk gemiddelde. Het geeft hiermee een indicatie van de ruimte om extra inkomsten uit belastingen te genereren. De belastingcapaciteit wordt berekend door de totale woonlasten van een meerpersoonshuishouden van de gemeente in enig jaar te vergelijken met het landelijk gemiddelde in het voorafgaande jaar en uit te drukken in een percentage.
De belastingcapaciteit woonlasten meerpersoonshuishoudens Utrecht liep in 2024 op naar 120%. Het percentage relateert de woonlasten van de eigen gemeente aan de gemiddelde woonlasten van alle gemeenten in Nederland, waarbij 100% het gemiddelde weergeeft. Inwoners van Utrecht betalen dus meer lokale belastingen dan de gemiddelde Nederlander.
Belastingcapaciteit Utrecht (BBV) | Realisatie 2023 | Nominale begroting 2024 | Realisatie 2024 |
---|---|---|---|
Onroerende-zaakbelasting | 458 | 421 | 504 |
Rioolheffing | 237 | 246 | 246 |
Afvalstoffenheffing* | 366 | 442 | 418 |
Utrecht woonlasten meerpersoonshuishoudens | 1.061 | 1.109 | 1.192 |
Landelijk gemiddelde voorafgaand begrotingsjaar | 944 | 944 | 994 |
Belastingcapaciteit Utrecht | 112,4% | 117,5% | 120% |
De stijging van de woonlasten komt in zijn geheel voor rekening van de OZB. De waarde van vastgoed in gemeente Utrecht stijgt harder dan de gemiddelde waardestijging van vastgoed in Nederland en daardoor betalen de inwoners meer onroerende zaakbelasting. Deze hogere waardestijging dan begroot wordt bij de volgende tariefbepaling gecorrigeerd. Dat wil zeggen dat een waardestijging leidt tot een verlaging van het tarief.